In veel organisaties wordt gewerkt aan speak up, psychologische veiligheid en parrhesia : moed spreken tegen de macht . Een goede leider of leidinggevende organiseert dat ook, door middel van tegenspraak. Dat laatste is een stap in de goede richting: degene die hoger in rang is – de machthebber – begrijpt dat het voor het nemen van goede beslissingen nodig is dat hij niet alleen hoort wat hij wil horen, en al helemaal niet wat anderen denken dat hij wil horen. Maar zo veel mogelijk perspectieven, inclusief voor en nadelen, in het belang van datgene waarvoor de machthebber is aangenomen..
Toch blijft dat een ingewikkelde kwestie. Want de relatie blijft er een van macht – of zo je wilt: gezag. Er is geen gelijkheid, hoe gelijkwaardig de leider ook probeert te zijn. Dat heb ik regelmatig gezien bij leidinggevenden die zeiden dat ze graag mensen aannamen die eigenwijs waren, die niet bang waren en die hun mening durfden te geven. Dat ging prima, tót het moment dat de tegenspraak naar het gevoel van de leidinggevende te dichtbij kwam. Want dan wordt tegenspraak een bedreiging voor het ego, de positie, de status quo. Dan moet je als machthebber wel bovenmenselijk zelfreflectief zijn om niet toch – soms onbewust – de bovenliggende positie in te nemen die je nu eenmaal hebt. Weg gelijkwaardigheid, weg tegenspraak, weg goede beslissingen.
Vanouds zien we dan ook de idee dat macht niet alleen tegenspraak nodig heeft, maar tegenmacht. Door middel van scheiding van machten, die elkaar in evenwicht kunnen houden. Door toezicht en handhavende middelen om de macht in het gareel te dwingen. En door middel van massa van ondergeschikten - de machtelozen. Verzet, vakbonden, politieke partijen, en andere bewegingen zijn vaak nodig omdat het individu, hoe moedig en eloquent ook, de machthebber niet in beweging kan krijgen op het moment dat de macht van de machthebber zelf ter discussie staat.
Tegenspraak is gebaat bij voldoende kritieke massa om een volwaardige tegenmacht te zijn. Daarmee wordt de ongelijkwaardigheid in macht opgeheven. Er is minder moed nodig, omdat de massa veiligheid biedt. Een utopie waarschijnlijk. Maar daarom niet minder belangrijk voor machthebbers en hun controleurs om over na te denken.