De donkere kant van
 Giving Voice to Values

  Hoe een pseudowetenschappelijk programma 
kan leiden tot risico’s voor klokkenluiders 

De donkere kant van Giving Voice to Values

 

Hoe een pseudowetenschappelijk programma kan leiden tot risico’s voor klokkenluiders

Dit is een preprint van een uitgebreider wetenschappelijk artikel over riskante en onzinnige ‘ethische programma’s’

Inhoudopgave

De ongegronde theorie achter GVV

Mensen verschillen in alle aspecten

Morele spieren bestaan niet

Veilige culturen zijn zeldzaam

Soms heeft het Engels van die uitdrukkingen die niet in het Nederlands bestaan. Een pollyanna, genoemd naar een boek, is een persoon die op een naïeve manier gelooft in de goedheid van mensen. Zij worden hier zelf vaak het slachtoffer van, en dat geldt ook voor Giving Voice to Values ("Geef een Stem aan Waarden" (GVV) door dr. M.C. Gentile. Dat is een populair, maar theoretisch niet goed onderbouwd educatief programma van waardegedreven leiderschapsontwikkeling in bedrijfsopleidingen en op de werkplek. In plaats van zich te richten op ethische analyse en filosofische redenering, concentreert GVV zich op de vraag: "Hoe kan ik mijn waarden effectief uitdrukken in een professionele setting?"

Uitgangspunt van GVV is dat de meeste mensen al weten wat goed is, maar worstelen met hoe ze hun waarden op de werkplek kunnen uiten en ernaar kunnen handelen, vooral wanneer ze worden geconfronteerd met tegenstand of druk. Het is volgens Gentile bedacht om mensen te helpen de vaardigheden, het vertrouwen en de gewoonte te ontwikkelen om hun waarden te uiten en uit te voeren. In veel opzichten is GVV een veredelde assertiviteitstraining, gebaseerd op ‘slechte wetenschap’.

Dat is misschien niet problematisch totdat we ons realiseren dat het daadwerkelijk schade kan toebrengen aan mensen die naïef geloven dat ze hun mening moeten en kunnen uiten en daardoor benadeeld worden. Wereldwijde statistieken laten namelijk zien dat het aantal meldingen van wangedrag de afgelopen jaren is toegenomen, maar dat het aantal vergeldingen 'is geëxplodeerd'. Dit zou de reden moeten zijn waarom theorieën achter speak up, GVV en psychologische veiligheid onafhankelijk onder de loep moeten worden genomen. Creëren ze een 'valse veiligheid'?

De ongegronde theorie achter GVV

Het centrale uitgangspunt is al problematisch. De aanpak gaat niet over discussiëren en nadenken over ethische dilemma's of het bepalen van wat goed of fout is, maar veeleer over het empoweren van mensen om effectief op te komen voor en te handelen naar hun waarden. Dat is gebaseerd op het idee dat moraal een spier is die kan worden versterkt door oefening en herhaling. Het curriculum biedt een kader om scripts en actieplannen te ontwikkelen om waardenconflicten op een constructieve manier op te lossen.

GVV moedigt mensen aan om op de bezwaren en rationalisaties die ze tegen kunnen komen te anticiperen en voor te bereiden op reacties, zodat ze trouw kunnen blijven aan hun waarden. Uiteindelijk zou GVV moeten bijdragen aan het 'creëren' van organisatieculturen die ethisch gedrag ondersteunen en aanmoedigen. Een van de onderscheidende kenmerken van GVV is de focus op prescripting. Door van tevoren vaste scripts te oefenen, bouwen mensen het vertrouwen en de competentie op om hun waarden in real-life situaties te uiten.

Mensen verschillen in alle aspecten

In essentie gelooft Gentile met haar GVV dat (de meeste) individuen van nature weten wat goed en fout is. Critici beweren dat deze aanname de complexiteit van ethische besluitvorming simplificeert. Het uitgangspunt dat de meeste mensen al een begrip hebben van ethiek en integriteit, klopt namelijk niet. Deze aanname roept ook vragen op over de diversiteit van morele perspectieven en individuele verschillen in morele ontwikkeling. Niet iedereen deelt dezelfde morele waarden, en nogal wat mensen missen een moreel kompas. Het houdt ook geen rekening met het feit dat niet alle mensen even sterke waarden hebben, terwijl we weten dat de kracht van waarden de beste voorspeller is voor daadwerkelijk gedrag.

Belangrijker is dat GVV geen goed onderscheid maakt tussen morele waarden - die in zichzelf al een complexe categorie zijn - en psychologische waarden, die nauw verband houden met motieven (wat mensen drijft te doen wat ze doen). Volgens gedragswetenschappers zijn deze waarden gerelateerd aan persoonlijkheid, en persoonlijkheid kan niet worden veranderd bij volwassenen. Sommige waarden, zoals religie of gezin, kunnen moreel zijn in de privésfeer, maar niet in het professionele leven.

Mensen kunnen morele motieven hebben, maar ook amorele of zelfs immorele motieven, zoals roem, rijkdom of een gemakkelijk leventje. Zij zijn niet bezig met schade voorkomen of opzettelijk schade toebrengen als het gaat om het nastreven van eigenbelang. Er is meer dan genoeg bewijs dat zogenaamde darktriad-trekken niet zeldzaam zijn - vooral als het gaat om mensen in leiderschapsposities. Deelnemers aan de darktriad-test waren meer Machiavellistisch dan bij een normale verdeling. Omdat mensen die hoog scoren op Machiavellisme een voorkeur hebben voor machtige posities, is het onwaarschijnlijk dat ze ‘een stem geven aan morele waarden’, tenzij ze op een podium staan of 'moreel handelen' worden gezien.

Deze motieven worden ook gevonden bij mensen met andere darktriad-trekken, zoals ‘communaal narcistische’ trekken: ze zullen vaak praten over integriteit en moraal; hoe ze 'rechtvaardigheid al belangrijk vinden sinds ze een kind waren', ze overdrijven hun eigen prestaties, en ze verwachten dat anderen hun morele superioriteit erkennen. Dit wordt echter niet gedreven door een oprechte toewijding aan ethische principes of het welzijn van anderen.

Iemand met de laatste donkere trek, psychopathie, kan zelfs meer bedreven zijn in moreel opscheppen dan de eerste twee. Mensen met dergelijke trekken staan bekend om hun manipulatieve en bedrieglijke tactieken. Moreel opscheppen kan een hulpmiddel voor hen zijn om een vals beeld van integriteit en altruïsme te creëren. Door te zeggen dat ze integriteit waarderen, kunnen ze anderen misleiden om te geloven dat ze betrouwbaar en welwillend zijn, waardoor ze sociale invloed krijgen. Vanwege hun oppervlakkige charme kunnen ze behoorlijk succesvol zijn in het profiteren van de goodwill van anderen en sociale situaties manipuleren in hun voordeel.

Het geloof dat individuen van nature weten wat goed is, gaat voorbij aan het belang van morele ontwikkeling en ethiekonderwijs. Door te stellen ethische analyse en redenering niet nodig is, mist GVV het begrip en de reflectie die mensen nodig hebben om zich een volledige competentie eigen te maken. Het biedt hen niet de echte argumenten en onderliggende kennis die deel zouden moeten uitmaken van elk goed onderwijs. Hierdoor kunnen ze geen afweging maken tussen conflicterende waarden - die altijd ontstaan in situaties waar een goed moreel kompas het meest nodig is! - en andere argumenten.

Morele spieren bestaan niet

De door Gentile gebruikte metafoor van een 'morele spier' en zelfs een 'moreel spiergeheugen' is afgeleid van kinesthetiek (training van echte fysieke spieren). Deze metafoor betekent dat door oefening en herhaling individuen hun vermogen kunnen versterken om volgens hun waarden te handelen, net zoals het opbouwen van spiergeheugen door fysieke herhaling. Echter, wanneer dit wordt bekeken door een neurowetenschappelijke bril, heeft dit bij moraal geen zin. Spiergeheugen heeft betrekking op het neurologische proces waarbij een motorische taak, door herhaling, automatischer en gemakkelijker wordt uitgevoerd. Het gaat om procedureel geheugen, opgeslagen in de hersenen, niet in de spieren. Morele besluitvorming daarentegen is een complex cognitief proces dat redenering, emotieregulatie en waardeoordeel omvat, wat niet past bij het betrekkelijk simpele mechanisme van spiergeheugen.

Neurowetenschap erkent dat morele besluitvorming een netwerk van hersengebieden omvat, waaronder de prefrontale cortex, amygdala en ventromediale prefrontale cortex. Deze gebieden zijn geassocieerd met uitvoerende functie, emotionele verwerking en waardegedreven besluitvorming. Morele cognitie is niet een enkele, automatische reactie die kan worden ingeprent als spiergeheugen, maar is contextafhankelijk en wordt beïnvloed door verschillende interne en externe factoren. De hersenen vertonen plasticiteit, wat betekent dat ze kunnen veranderen en zich aanpassen op basis van ervaringen. Hoewel het mogelijk is om gewoonten en automatische reacties te ontwikkelen door herhaling, vereisen morele beslissingen vaak aanpassingsvermogen, reflectie en overweging van genuanceerde en variabele argumenten. Het aanpassingsvermogen en de contextafhankelijkheid van morele besluitvorming staan in tegenstelling tot de vaste en automatische aard van spiergeheugen. Bij volwassenen is neuroplasticiteit bovendien beperkt tot het verdiepen van bestaande 'paden', niet tot het creëren van volledig nieuwe eigenschappen of karaktertrekken.

Morele beslissingen gaan vaak over complexe dilemma's, conflicterende waarden en ethische overwegingen. De complexiteit en variabiliteit van morele situaties maken het moeilijk om een vaste, automatische reactie te ontwikkelen die lijkt op spiergeheugen. Morele beslissingen vereisen vaak overleg, afweging van gevolgen en overweging van ethische principes, die niet geschikt zijn voor automatisering middels scripts. Ethische reflectie en leren zijn essentieel voor morele ontwikkeling. Het proces van reflecteren op morele waarden, principes en dilemma's draagt bij aan morele groei en begrip. Dit continue leren en reflecteren komt niet overeen met het concept van het inprenten van een vaste reactie als spiergeheugen. Dit is ook een ander argument waarom vooral kinderen en jongvolwassenen niet alleen in GVV moeten worden getraind, maar in het volledige pakket van ethiek, inclusief het bespreken van morele dilemma's en sociale waarden.

Veilige culturen zijn zeldzaam

Belangrijk is ook dat GVV miskent dat spreken, zelfs op een 'diplomatieke, gescripte' manier, niet veilig is in de meeste organisaties. De focus op individuele verantwoordelijkheid gaat voorbij aan de structurele barrières en machtsdynamieken die dit. Mensen, vooral die met een lagere machtsstatus, lopen aanzienlijke risico's op vergelding bij het uiten van hun waarden. Organisaties hebben meestal geen speak up cultuur of psychologische veiligheid.

Lees hier meer over de wankele wetenschap van speak-up en psychologiche veiligheid.

 

Deel deze pagina!